Dit pand maakt onderdeel uit van een groep van drie beeldbepalende vergelijkbare woningen. Ze zijn alle drie vrijstaand en hebben alle drie een mansardekap haaks op de weg. De percelen kwamen vrij toen Jan Willemszoon Bakker een deel van zijn boomgaard met naastgelegen huis aan timmerman Arien Cornelisz. Pijper verkocht.
Dorpsstraat 132 en 134 werden in 1903 vermoedelijk door Pijper zelf gebouwd. Zeven jaar later zou nummer 136 volgen. Dit woonhuis werd gebouwd voor Trijntje Edel, de weduwe van Jan Saal Dzn. De gevels worden verlevendigd door sierbanden en ontlastingsbogen boven de ramen en deuren. In de muren zitten muurankers, deze ijzeren pennen zijn aangebracht om de balken aan de binnenzijde aan het metselwerk te verankeren. Zo voorkom je het ‘uitknikken’ van de muren. Bovenin de topgevels zien we puntmakelaars die door een dwarsbalk met de windveren verbonden zijn. Het toepassen van makelaars, de een nog rijker gedecoreerd dan de andere, was heel gebruikelijk voor de landelijke bouwkunst van het begin van de 20e eeuw. De voorgevel van deze woning is waarschijnlijk in 1928 vervangen.